Zodra de gelei aan de houten lepel blijft plakken is de jam klaar! En lekker. U kunt nu de schuimlaag van de jam afscheppen en de jam- of weckpotjes vullen.
Heeft u liever geen pitjes in de jam die voortdurend tussen uw tanden blijven steken?
Laat de bramen dan eerst een keer opkoken en pers ze daarna door een passeerzeef.
U krijgt dan wel bramengelei i.p.v. jam.
Wanneer de jam niet goed opstijft, kunt u er het sap van een halve citroen bij doen.
Citroensap bevat een hoog pectinegehalte bij het stollen. Laat uw bereiding nog een keer opkoken.